Bij een financiële leaseovereenkomst is of wordt de gebruiker uiteindelijk eigenaar van de auto. De leasemaatschappij fungeert als financier. De gebruiker betaalt aan de leasemaatschappij een vast (termijn-)bedrag per maand. Financiële leaseovereenkomsten zijn juridisch meestal te duiden als huurkoopovereenkomsten of overeenkomsten van geldlening met een bezitloos pandrecht.
Huurkoop
Een huurkoopovereenkomst bepaalt dat de koopprijs voor de auto in termijnen wordt betaald. Net als bij operationele lease betaalt de gebruiker/koper maandelijks een termijnbedrag aan de leasemaatschappij. Maar bij huurkoop betaalt hij óók een deel van de koopprijs. Nadat alle maandelijkse termijnen én de eindtermijn zijn betaald, wordt de gebruiker/koper eigenaar van het auto. Tot dat moment is de leasemaatschappij eigenaar van de auto.
De huurkoopovereenkomst is in de wet nauwkeurig geregeld. Deze regeling geldt voor bedrijven en voor particulieren, en dient nauwgezet te worden gevolgd. Wordt daarvan afgeweken, dan wordt de overeenkomst gezien als een gewone koopovereenkomst waarbij de koopprijs in termijnen wordt betaald (= koop op afbetaling). De gebruiker/koper wordt dan eigenaar van de auto zodra hij de sleutels krijgt.
Geldlening met bezitloos pandrecht
Het sluiten van een overeenkomst tot geldlening, waarbij tot zekerheid van de nakoming daarvan een (bezitloos) pandrecht wordt gevestigd op de betreffende auto is een andere verschijningsvorm die vaak als financiële lease wordt aangemerkt. In dit geval wordt de auto direct eigendom van de gebruiker/koper. Deze heeft bij de leasemaatschappij een lening afgesloten voor het aankoopbedrag en de daarover verschuldigde rente. Als onderpand voor de nakoming van de verplichtingen van de gebruiker/koper heeft de leasemaatschappij een (stil) pandrecht op de auto.
Als de gebruiker van de auto zijn verplichtingen aan de leasemaatschappij niet nakomt, en dus de lening niet (voldoende) aflost, kan de leasemaatschappij de auto ophalen en verkopen. De netto opbrengst van de openbare verkoop mag de leasemaatschappij gebruiken om de schuld die de gebruiker/koper bij hem heeft te verrekenen. Het restant van de opbrengst is voor de gebruiker/koper. De leasemaatschappij moet de auto verkopen, zij mag hem niet voor zichzelf houden.
Het pandrecht geeft de leasemaatschappij een voorrangspositie als de gebruiker/koper van de auto failliet gaat. Die voorrangspositie kan verdwijnen doordat de gebruiker/koper aan anderen (ook) een pandrecht op de auto heeft gegeven.
Zodra de gebruiker/koper van de auto alle verplichtingen van de financiële leaseovereenkomst heeft voldaan, eindigt de overeenkomst en vervalt het pandrecht.